Fictie, 5-99
€ 20,00
48 pagina’s
Formaat 24 x 24 cm
Gebonden
Thema’s: taalontwikkeling, dierengedrag
ISBN 978 94 6319 300 9
Als de kat van huis is …
Tekst Maria van Donkelaar, Martine van Rooijen
Illustraties Ingrid en Dieter Schubert
Als kater Felix een avondje gaat stappen, dansen de muizen rock-’n-roll op tafel. Als de baas met teckel Bella thuiskomt, is het hommeles: kater Felix en Bella leven voortaan als kat en hond. En de muizen willen kater Felix de bel aanbinden. Maar wie gaat dat gevaarlijke karwei eigenlijk doen? Zo beleven kater Felix, teckel Bella en de familie Muis, die in één huis wonen, tal van avonturen. En elk avontuur is een spreekwoord of gezegde.
In Als de kat van huis is… worden op een speelse, humoristische wijze spreekwoorden en gezegdes aangeboden. Want die zijn belangrijk in ons taalgebruik. Je drukt iets in het kort uit en iedereen begrijpt je. En kinderen vinden het leuk: het doet een beroep op hun creativiteit. Bezig zijn met spreekwoorden en gezegdes betekent spelen met taal. De zeventien spreekwoorden en gezegdes in de vorm van avonturen zijn op rijm gezet door Zilveren Griffel-winnaar Maria van Donkelaar en Martine van Rooijen. Daarnaast geven de auteurs een duidelijke uitleg van de spreekwoorden en gezegdes en laten ze zien hoe kinderen ze in hun dagelijkse leven kunnen gebruiken. Zo is het ook voor leerkrachten een waardevol boek.
Als de kat van huis is … is rijk geïllustreerd door de veelgeprezen Ingrid en Dieter Schubert, die al vele male bewezen hebben meesters te zijn in het verbeelden van dieren. Hun prentenboek Monkie werd bekroond met de Gouden Penseel en voor Konijnentango ontvingen zij in 2018 de Zilveren Penseel!
De kat de bel aanbinden
De familie muis die woonde
jaren rustig en tevree,
totdat Kater Felix kwam;
die eet per dag een muis of twee.
‘Help! Zo blijft er niemand over,’
zegt Ma met gebroken stem.
‘Laten we gaan emigreren,
voor mijn part naar Zottegem.’
‘Hoho!’ roept haar dochter Molly.
‘Mama, doe toch niet zo gek.
Waarom hangen wij geen bel
als een alarm om Felix nek.’
‘Goed idee! Wat superslim!’
roept heel het muizenvolk in koor,
‘want bij ’t horen van die bel,
gaan wij er als een speer vandoor.’
‘Denk toch na,’ zegt Jamie Muis.
‘Wie moet dat klusje dan wel doen?’
Iedereen schreeuwt door elkaar:
‘Ik niet!’ ‘O, nee!’ ‘Voor geen miljoen!’
Nee, geen muisje durft het aan,
al was het best wel goed bedacht.
Ondertussen gaat de kater
dag en nacht op muizenjacht.
Fragment uit het boek
